Na ruim drie maanden van huis was het gisteren dan echt tijd om eens naar de kapper te gaan. Toen Niels en Erin hier in Februari waren is hij ook naar de kapper geweest en ik was nou niet echt onder de indruk van het resultaat. Vandaar dat ik het steeds heb uitgesteld.
Kapsalons zijn hier trouwens sowieso grappig, want menigeen noemt z’n nering “saloon” in plaats van “salon”. Helaas is er geen bar, zijn er geen klapdeuren en geen krukken. Er is wel een spiegel, maar of die bij knokpartijen ook snel wordt weggedragen weet ik niet :-).
Maar dat terzijde. Ik nam dus met enige angst plaats in de stoel om daar de Rwandese knipcultuur te proeven. Als snel werd duidelijk waarom Niels (en ik nu ook) naar buiten kwamen met een soort kruising tussen een eind-jaren-tachtig blockhead en een crew-cut uit het Amerikaanse leger: Ze gebruiken geen scharen! De kappers hier hebben slechts de tondeuse als favoriete wapen. Voor de gemiddels Afrikaanse man geen probleem, want die laat slechts haar staan in de range van 0 tot 2 mm. Maar ja, probeer mijn kuif of het haar midden op mijn hoofd maar eens met een tondeuse aan te pakken. Da’s verdomde lastig! Aan de achterkant en boven de oren is het geen probleem, vandaar het blockhead-achtige resultaat.
En wa kost da? Nou, voor een umuzungu kost da drie maal meer dan voor een local. 1500RwF, omgerekend zo’n €1,80 dus ja, wat kun je daar dan nog van zeggen? In NL ben ik het tienvoudige kwijt (maar dan zit wel in “Le Salon” in plaats van “Le Saloon” ;-)).
Category: Afrika (Page 2 of 4)
De afgelopen week was een bijzondere week, maar vooral ook een rustige week. Van afgelopen dinsdag tot en met vandaag is het namelijk de week van de herdenking van de genocide van 1994. Concreet betekent dat dat er elke dag alleen ‘s ochtends gewerkt wordt. Elke middag zijn er bijeenkomsten, en op de uni was er voor iedere faculteit/ieder onderdeel een avond/nacht waarop ze bijeenkwamen voor een wake.
Ik heb zelf de week gebruikt om lekker uit te rusten, de plechtigheden zijn immers toch in Kinyarwanda. Ik had allerlei grootse plannen om werk voor te bereiden, maar uiteindelijk won de mogelijkheid om lekker een boek te lezen, een computerspelletje te spelen of de tijd anderszins ledig door te brengen. Heerlijk!
Claudio en enkele andere bekenden waren het weekend voor de herdenkingsweek al vertrokken naar Lake Bunyoni in Zuid-Uganda. Het schijnt daar vreselijk mooi te zijn en ik had graag meegegaan, maar ja, zolang mijn paspoort nog niet terug is met het Rwandese visum… Ja, dat is nog steeds niet rond *zucht*. Halverwege de week voor de genocide kreeg ik te horen dat de immigratiedienst niet akkoord was met de papieren die ik ingestuurd had, omdat er geen contract bij zat. Een uitnodigingsbrief was niet voldoende. Gelukkig kon ik de volgende dag al naar de directeur PZ om een contract op te stellen. Dat betrof dan mijn werk bij de Research Commission, want voor fysica is men al een tijdje met een ander traject bezig, maar daarover later meer.
Maar goed, ‘s ochtends dus naar de directeur PZ om e.e.a. uit te leggen. Heb ‘m meteen naar m’n salarisbetalingen gevraagd en volgens hem was het volkomen logisch dat ik nog niks ontvangen had. Zonder contract bestond ik immers niet. In zijn systeem dan. En dat terwijl ik dus twee weken daarvoor een brief van de directeur financien bij zijn assistent had afgeleverd, waarin stond dat ik nu eindelijk eens betaald moest worden conform mijn uitnodigingsbrief (die natuurlijk was bijgevoegd). Maar goed, ‘s middags kon ik m’n contract al tekenen. Daarna moest het nog naar de rector voor ondertekening en dat heeft weer even geduurd (ook vanwege de halve werkdagen). Uiteindelijk is het contract afgelopen donderdag ondertekend en is het (als het goed is) vrijdag verzonden naar Kigali. Hopelijk komt de boel dus deze week rond bij de immigratiedienst.
Wat betreft mijn contract bij natuurkunde, dat gaat langzaam vooruit. Begin vorige week kreeg ik het document in handen, maar toen ik het doorlas was ik niet helemaal zeker van het uurbedrag dat er in stond. Thuis nog eens rustig nagerekend en het blijkt slechts ongeveer de helft te zijn van hetgeen mij toegezegd was (weliswaar per e-mail en niet voorzien van stempel natuurlijk). Maar goed, na wat informeren in het informele circuit (wat het heel goed doet in deze week van herdenkingen, alle muzungu’s zoeken elkaar op voor wat gezelligheid en tijdverdrijf) blijkt dat men het inderdaad erg laag vind. Deze week dus maar weer eens naar de burelen op de campus om het juiste bedrag uit te vinden. Zou ik dan toch nog betaald gaan krijgen voordat ik vertrek? Ik mag het hopen!
Van de dieptepunten weer even naar een hoogtepunt :-). Twee weken geleden, de zondag na de afsluiting van de studentenexpo op de campus, ben ik lekker gaan zwemmen bij het Credohotel. Een verademing na de hete dagen op het campusterrein. Daar ontmoette ik een groep meiden uit de VS die aan het zwembadvolleyballen waren en heb lekker een potje meegespeeld. Ze werken voor het Peace Corps en bleken ook sinds januari in Brutare te zijn ‘gelegerd’. Het Peace Corps bestaat uit vrijwilligers, en is vergelijkbaar met VSO. Ze gaan voor een contract
van twee jaar naar een ontwikkelingsland om daar in de kleine gemeenschappen nuttig werk te doen. Deze meiden waren bijna klaar met hun basic training, inclusief een cursus Kinyarwanda. Jammergenoeg vertrekken ze dus morgen ieder naar hun eigen stekkie ergens in Rwanda. De afgelopen twee weken hadden we regelmatig contact (zeker omdat ik toch maar alleen thuis was (de Koreaan was er soms ook, maar daar heb je weinig gezelligheid van)). Zo heb ik ze uitgenodigd om bij ons thuis lasagne te komen eten. Ze wonen namelijk in een convent hier
in Butare en da’s niet de meest luxueuse plek in ‘t dorp. Elke dag lokaal voer, slapen in kleine kamertjes met weinig luxe en/of privacy. Na enkele dagen uitstel was het donderdagavond dan zover. De vijf dames die ik het beste kende kwamen af (zo, da’s effe een Vlaamsisme… Wist niet dat ik dat nog in me had :-)). Gelukkig maar vijf, want ze zijn in het totaal met 34 vrijwilligers :-). We hebben een heel gezellige avond gehad, heerlijk gegeten, gedronken en
gelachen. En voor hun begrippen een berg luxe, zoals een fornuis en een koelkast. Ineens ga je je eigen stekkie stukken meer waarderen!
Als tegenprestatie hebben ze gisteren de paasbrunch verzorgd. Natuurlijk wel weer bij ons thuis, maar dat vonden Claudio en ik geen enkel probleem (en de Koreaan was toch het hele weekend weg zoals gewoonlijk)! Lekkere pannekoeken, ommelet, sangria en fruitsalade. Een heerlijke paaszondag, met als voordeel dat ik nu een aantal adressen verspreid over Rwanda heb waar ik langs kan gaan. Zoals bijvoorbeeld een uitnodiging voor een 4th of
July-barbeque in Kibuye!
Nu staat de werkweek weer voor de deur. Vandaag maar eens wat college voorbereiden. Nog twee weken voor het einde van het semester en de komst van paps, mams en de meiden!
Related Images:
Afgelopen vrijdag was de diploma-uitreiking. Alle Bachelors, Masters en nog wat andere diploma’s zouden worden uitgereikt in het stadion op de campus. De minister van onderwijs was er bij. En ik ook :-).
In eerste instantie had ik geen uitnodiging gehad (in elk geval niet via de Research Commissie), maar donderdag vroeg mijn kamergenoot bij natuurkunde of ik m’n jurk al gehaald had. Toen ik vertelde dat ik geen uitnodiging had is ‘ie daar meteen achteraan gegaan. Het was al 16:00, maar om 17:00 kwam ‘ie terug met uitnodiging en een toga :-). De toga’s van de docenten hier zijn groen met een band die aangeeft welke graad je hebt. Rood voor dr., blauw voor Masters, geel voor Bachelors en creme voor diegenen onder ons die nog een maitrise uit het Belgische systeem hebben. Volgens mij hebben de hoogleraren in Utrecht een band om de arm die de faculteit aangeeft, maar dat weet ik niet zeker. De afstudeerders hebben allemaal een zwarte toga met een cape in de kleur van hun faculteit.
Om 9:00 was het ‘alle ballen verzamelen’ voor de optocht. Alle docenten (inclusief ondergetekende) vertrokken om 9:15 (geheel volgens schema!!) in optocht achter het fanfarekorps van de politie richting het stadion. Een hele ervaring en een beetje apies kijken. Ik dacht dat mijn toga nogal aan de korte kant was, maar er waren maar weinig mensen met een passende toga. Geen enkel probleem dus. (En ja, ik ga proberen de foto’s online te zetten maar niet vanaf huis, want dat is veel te traag). Bij het stadion aangekomen mochten we de tribune op. Graad bij graad. Zoveel doctoren hebben ze hier niet, blijkt dan maar weer eens.
En toen was het krap 4 uur zitten geblazen. Na wat openingspraatjes kwam het voorlezen van de namen van de geslaagden. Per graad en per faculteit kwamen de mensen wier naam opgenoemd werd naar voren om vervolgens als groep door de minister beëdigd te worden. Gelukkig werden de diploma’s niet tijdens de ceremonie uitgedeeld, want dat zou voor 1452 kandidaten toch wat erg uit de hand lopen. Helaas zaten er geen bekenden van mij bij, want mijn jongens zijn derdejaars en een Bachelor krijg je hier na vier of vijf jaar noeste arbeid.
Na de plechtigheid verliet iedereen het stadion. Sinds vorig jaar wordt namelijk tegelijk met de diploma-uitreiking de Expo gehouden. Een grote markt waarop alle studentengroepen hun bezigheden laten zien aan de buitenwereld. Bijna elke student is hier betrokken bij een of ander maatschappelijk project. Van heel praktisch zoals het geven van AIDS voorlichting en het bouwen van fatsoenlijke toiletten in dorpjes tot het bidden voor weet ik veel.
Mijn studenten hadden ook een stand en we hadden een aantal demonstratie-experimenten voorbereid. En met succes! Alle drie de dagen (vr, za, zo) stond de hele tent vol. Erg leuk en enthousiasmerend voor de studenten (en mij). Ik had m’n studenten wel verteld dat ik niet elke dag van 8:00-18:00 aanwezig zou zijn. Het blijft natuurlijk wel weekend ;-). Maar goed, ze hadden een aantal experimenten speciaal voor mij overgelaten, zodat ik die kon demonstreren. Erg aardig (en wel zo veilig ;-)). Maar goed, als fundamenteel onderzoeker is het best lastig om uit te leggen hoe je demo post in het thema “Hoe de verenigingen zich inspannen om de EDPRS-doelen te halen”. De EDPRS is de Economical Development and Poverty Reduction Strategy. En wat doe je dan met een laser of een elektronenbundel?? Ach, je vezint wat en probeert mensen enthousiast te maken. En dat lukte aardig, al zeg ik het zelf.
En na zo’n weekend is het dan weer gewoon aan de slag. Momenteel geef ik op maandag en vrijdag computercursussen aan respectivelijk mijn fysicastudenten en wiskunde Masterstudenten. Op woensdag en donderdag volgen dan de gewone atoomfysica colleges, dus voor de RC blijven alleen dinsdag en vrijdagochtend over. Druk qua voorbereidingen, hoewel ik wel probeer om de computercursussen gelijk op te laten lopen. Dat lukt niet altijd, want de masterstudenten zijn hier duidelijk een stuk verder dan mijn derdejaars. Maar goed, dat komt ook omdat de masters minimaal twee jaar ouder zijn, maar vaak ook nog een jaar tussendoor als tutorial assistant aan de uni hebben gewerkt. Ze zijn duidelijk doelgerichter en hebben meer vragen. En hun Engels is beter, wat op computergebied natuurlijk wel prettig is. Tenslotte hebben ze een salaris en hebben meestal een laptop, dus kunnen ze thuis oefenen. De fysicajongens hebben geen toegang tot computers, want het computerlokaal heeft maar 8 PCs en is meestal in gebruik voor lessen. En zonder begeleiding mogen ze er sowieso niet in… Er moet nog veel gebeuren om de uni tot het e-learning instituut te maken dat ze graag willen zijn.
Goed, tijd om naar bed te gaan. Tot snel!
Related Images:
Deze keer een oud verhaal dat nog steeds afgeschreven moest worden :-).
Op zaterdagochtend 21-2-2009 zijn Niels, Erin en ik vertrokken naar het stadje Kibuye aan het Kivu-meer, het meer dat tussen Rwanda en de DRC ligt. Een schitterend oord! Niels en Erin waren er al op de motor langsgeweest en vonden het zo mooi dat ze er nog eens heen wilden.
Erin wist dat de zus van onze boy in Kibuye woonde, dus vroegen we hem of we nog iets voor haar mee moesten nemen. Hij kon niks bedenken, maar had haar al lang niet gesproken. Een of ander probleem met telefoonnummers dat we niet echt begrepen. Toen we voorstelden om ‘m mee te nemen was ‘ie helemaal gelukkig. Hij stuiterde bijna door de kamer :-). Dus zo ging onze boy met z’n Muzungus op pad. Eerst een uurtje met de bus naar Gitarama, halverwege tussen Butare en Kigali. Daar moesten we overstappen op een andere bus, richting
Kibuye. Nou bleek dat de ‘luxe’ bus pas na een uur ging en daar wilden we eigenlijk niet op wachten. Dus zorgde boy-mans ervoor dat we met z’n allen in een gereedstaande ‘taxi’ werden geladen. Nu betekent taxi
hier iets anders dan bij ons. Een Westerse taxi heet hier [i]taxi-voiture[/i] en zo heb je ook een [i]taxi-moto[/i]. Maar de
hier beschreven taxi is een minibusje, in Kenya ook wel bekend als matatu, in Tanzania als dalla-dalla. En daar kunnen veel mensen in, zeg! Sowieso vertrekt ‘ie pas als ‘ie vol is, en vol was in dit geval
4 rijen van 4 personen. Plus nog twee voorin bij de bestuurder.
Na ruim anderhalf uur hobbelen (met een tussenstop bij een waterval, geregeld door onze boy) kwamen we in Kibuye aan. Schitterend uitzicht over het meer! Verder een niet al te interessant stadje, dus snel met de taxi-moto naar het resort om daar lekker bij te komen van de toch wel vermoeiende reis. En wat lunchen natuurlijk, want het was al drie uur. En anders wordt Niels hongerig…
Onze slaapplaatsen waren super. We hadden twee slaapkamers met douche naast elkaar in een soort rijtjesblok. En met een ‘achtertuintje’ met uitzicht op het meer. Wat chipjes, een flesjes whiskey, goed gezelschap, wat wil een mens nog meer?
‘s Avonds lekker gegeten (crêpes toe!) en toen weer lekker in het tuintje gezeten. De volgende dag rustig uitgeslapen en op ons gemak ontbeten. Niels en Erin bleven nog een nachtje, maar ik moest maandag
natuurlijk gewoon weer werken, dus zondagmiddag de bus van 14:00 genomen (de luxe). Gelukkig hadden we zaterdag bij aankomst meteen een kaartje geboekt, want het was erg druk en de bus was helemaal vol.
In Gitarama moest ik natuurlijk weer overstappen op een taxibusje… Dat was wat minder, want ik dacht dat ‘ie op de heenreis vol zat, nou, dat was nog niks. Op het hoogtepunt zaten er 27 man in het busje. Op en over elkaar. Hoe meer er meerijden, hoe meer er verdiend wordt. En het regende, dus klanten genoeg.
Alsof de drukte nog niet erg genoeg was moesten we ook nog eens stoppen bij een politiecontrole (die vind je om de zoveel kilometer op de weg Butare-Kigali). Ik hoopte dat de ‘overtollige’ passagiers ontladen zouden worden, hoewel er natuurlijk ook een kans was dat er lang gewacht moest worden omdat er een boete betaald moest worden
ofzo. Maar nee, d’r werd er een van de voorbank afgehaald en oom agent nam zijn plaats in om een eindje gezellig mee te rijden. En zo wordt hier dan je veiligheid gegarandeerd!
Een half uur later, het busje was inmiddels gelukkig half leeg, stopten we weer bij een halte, maar dit keer gingen we niet verder. De dame die me geholpen had met het overstappen in de juiste bus in Gitarama (ze moest zelf ook naar Butare) vertelde dat er te weinig mensen in de bus zaten om nog rendabel te rijden, dus moesten we overstappen
op een net aankomend busje dat nog plek had. In de stromende regen. En natuurlijk weer met een man of 20 in het busje, maar dit keer zat ik dus niet op een confortabele plek. Net bij de uitgang, hoewel gelukkig niet bij iemand op schoot, daar ben ik dan toch net de groot voor :-). Onderweg natuurlijk regelmatig stoppen om passagiers in of
uit te laten stappen. En om melk te kopen bij een winkeltje dat blijkbaar een goede naam had, want er gingen ettelijke jerrycans van 1 liter de bus in.
Afijn, twee uur later… aankomst in Butare. Ben meteen de eerste halte uitgestapt want ik was het aardig zat, van twee tot zes in de bus. En je bent natuurlijk niet in Afrika geweest als je niet tenminste één keer in zo’n busje hebt gezeten. Maar goed, wel een leuk weekend gehad, met heerlijk verblijf in het paradijsje dat Kibyue heet.
Related Images:
Een korte update over de status van m’n visum. Zoals ik van ‘t weekend schreef was er iets met de formulieren niet goed. Wat bleek nou, ik had toch het juiste formulier. Alleen had ik het met pen ingevuld en dat was niet de bedoeling. Ik moest de PDF op de computer invullen (en dat dokument weigert te saven, zo is ‘ie gemaakt) en daarna printen (want m’n handtekening moest wel echt zijn natuurlijk). Maar printen, dat kon daar niet, want de enige printer bij PZ heeft een parallelle poortaansluiting, en die heeft mijn laptop niet meer. En zoals gezegd, opslaan op een usb-stickie gaat niet…. En de computer waar de printer aan hangt heeft geen PDF reader…. Jaja, het leven is niet altijd makkelijk. Uiteindelijk een PC-printer combo gevonden waar alles wel werkte en toen de boel weer afgegeven.
Toen kwam de vraag of ik een reçuutje had van het geld dat ik bij binnenkomst in Rwanda betaald had. Maar ik heb helemaal niks betaald op het vliegveld. Dat kon de visum-dame van PZ niet geloven. Ik heb nog uitgelegd dat ik m’n huidige visum in NL heb gehaald en daar betaald, maar dat ik voor dit nieuwe visum nog niks betaald had. En waar zou ik dat moeten betalen?
Het mocht niet baten. Ik hoefde nu niks te betalen, maar ze vond het raar dat ik op het vliegveld niet betaald had. Maar dat had ik net uitgelegd…. *zucht* :-).
Ondertussen weet ik dat mijn huisgenoot een iets andere weg bewandeld heeft. Hij heeft de bij het lokale kantoor van de belastingdienst betaald voor z’n visum. Niemand daar wist het precieze bedrag, dus heeft hij maar gewoon hetzelfde bedrag betaald als z’n voorganger. Hij zal wel zien of het geaccepteerd wordt. En ik ook… Inmiddels nadert 1 april met rasse schreden, dus laten we hopen dat ze wat opschieten.
Wordt vast en zeker vervolgd…
Related Images:
Na vijf dagen zonder electriciteit en drie zonder water hadden we woensdag eindelijk weer stroom en donderdagavond stond de ‘huismonteur’ op de stoep voor de waterproblemen. Blijkbaar was er de eerste dag inderdaad in de hele wijk geen water, maar daarna was het iets lokaals (en ik had de boy nog wel zo gevraagd om bij de buren te blijven informeren). Bij de watermeter (in de tuin) was blijkbaar een prop vuil terecht gekomen die de hele boel afsloot. Aanvankelijk leek de reparatie dan ook snel gebeurd, maar toen de monteur weg wilde gaan spoot het water weer met een grote boog achter de watermeter vandaan. Later hoorde ik van Claudio (die eerder thuis was gekomen dan ik) dat ze geen gastape hadden om de koppeling netjes af te dichten en dus had Claudio de tape gegeven die hij gebruikt om z’n enkels in te zwachtelen na een sport-foutje… Geen wonder dat ‘t lekt.
Maar, niet getreurd. De stemming was euforisch want zowel stroom als water (ondanks de wat lage druk), dat hadden we al lang niet meer gehad. We besloten om het er goed van te nemen en eindelijk de geplande lasagne te maken. Een aardige belevenis, maar alles ging goed. Zelfs de bechamelsaus, hoewel met volkorenbloem gemaakt, lukte goed. Tijdens het koken hebben we ter verhoging van de feestvreugde een flesje heerlijke Italiaanse wijn opengetrokken. Kortom, genieten! De lasagne smaakte uitstekend, de wijn evenzo en als toetje hebben we allebei een heerlijke douche genomen.
Vrijdag borduurde voort op het succes van de voorgaande dag, want na (wederom) een uur bij de MTN-telefoonwinkel te hebben doorgebracht werkt nu ook eindelijk mijn internetaansluiting voor thuis weer. Die lag er sinds ca. 1 maart al uit. Wat het preciese probleem was weet ik niet. Eerst gaf men het netwerk de schuld, maar nadat ik tijdens een van onze dinertjes bij de lokale supermarkt (je moet wat zonder stroom en de hamburgers en pizza’s daar zijn erg lekker) iemand gewoon had zien internetten nam ik daar geen genoegen meer mee. Vervolgens vond men dat ik maar naar Kigali moest gaan, want het modem was stuk. Aangezien het ook niet werkte als ik het SIMkaartje in m’n telefoon stopte (wat eerst wel het geval was), betwijfelde ik de diagnose. Enfin, na wat geprutst en een herinstallatie van de software onder Windows werkte het wonder boven wonder weer. Daarna werkte het ook weer onder Linux. Een duidelijke oorzaak was er dus niet. Zeer onbevredigend. Maar toch ben ik weer een gelukkig mens. Er kan nu ook gewoon weer thuis gewerkt en gesurft worden.
Verder stond er voor dit weekend niks bijzonders op het programma. Ben gistermiddag nog even naar de uni geweest om in alle rust te proberen om wat oude experimenten aan de gang te krijgen, maar dat lijkt toch ook steeds twee stappen vooruit, eentje terug te zijn. ‘t Gaat dus vreselijk langzaam. Hopelijk krijg op tijd genoeg onderdelen tegelijkertijd werkzaam om de studenten was leuks te laten meten. On vera.
Oh ja, in het kader van de vooruitgang heb ik vorige week een bankrekening geopend. Er is inmiddels een brief naar de vice-rector voor financiën met de mededeling dat ik toch echt betaald moet worden voor m’n werk in de Research Commission. Hopelijk gaat dat dus gebeuren. En ook bij natuurkunde lijken (!) alle hindernissen nu genomen om uitbetaald te worden. De volgende stap in de stroperige wereld die bureaucratie heet, is het verlengen van mijn visum. De afgelopen week ben ik bijna dagelijks bij personeelszaken geweest, maar krijg toch elke keer weer een telefoontje dat ik terug mag komen. Het probleem lijkt ‘m nu te zitten in het aanvraagformulier. Men heeft mij precies verteld waar ik dat kon downloaden, maar wat ik daar vond is niet wat ze verwachten. Het document heet echter iets in de trant van ‘nieuw aanvraagformulier voor visum’, hetgeen mij doet geloven dat het formulier dat PZ wil hebben het oude is. Maar ja, da’s natuurlijk niet meer te vinden. Maandagochtend 8:30 wordt deze soap vervolgd.
Geniet van de komende week allemaal. Doe ik namelijk ook!
Related Images:
Dinsdag de 17e zou ik met een van de teaching assistants bij de lab-techneut langs te gaan om te zien of het mogelijk is om experimenten te doen. Door de drukte was ik die afspraak vergeten, maar toen ik woensdag in het lab kwam tonden daar allerlei apparaten klaar. Van sommige kon ik meteen zeggen waar ze voor waren, maar sommige waren
mij ook onbekend. De techneut bleek echter niet precies te weten wat waarvoor was en daarom hadden ze al zo’n tien jaar stilgestaan. Heel erg jammer, want de natuurkundestudenten krijgen hier alleen in het eerste jaar wat practica.
De apparatuur die de man had klaargezet was van eind van de jaren ’70, maar veel lijkt er nog te werken. Een van de experimenten die ik tot nu toe herkende waren een spectrometer om naar gasontladingen te kijken. Zo heb ik voor het eerst de Balmer-lijnen van waterstof gezien. Erg leuk, want elk atoomfysicaboek noemt dit experiment uit het begin van de vorige eeuw in z’n eerste hoofdstuk. Ook de andere apparaten passen in dat beeld. Bijvoorbeeld het Millikan oliedruppelexperiment voor het bepalen van de lading/massa verhouding van een electron. Ben benieuwd
of ik dat ook aan de praat krijg.
Hoe dan ook, de studenten waren bijzonder enthousiast. Even op de rem getrapt, want ik heb al werk genoeg op dit moment :-).
Related Images:
Zondag de 15e feb. zijn Niels, Erin, Claudio en ik in alle vroegte vertrokken naar Nyungwe Forest, “Het Bos”. Een stuk tropisch oerwoud in Zuid-Rwanda. Al met al een uurtje rijden vanaf Butare. Akim, onze chauffeur wiens auto wij gecharterd hadden, had er zin in, dus wellicht duurt de trip normaal gezien iets langer. Wel vroeg opstaan trouwens… 5:30u. Maar ja, dat moet als je een beetje op tijd in het ‘bos’ wilt zijn.
Bij de parkwachtpost (met camping voor de liefhebbers) kregen we een gids toegewezen en begonnen we aan een wandeling van 10km, die volgens het boekje een uur of vier a zes kon duren. Met kans op verschillende soorten apen, vogels en vlinders onderweg. Daar ging ik dan, als enige laagland-aap tussen mensen met veel meer bergwandelervaring. Uiteindelijk viel het allemaal erg mee. Na een uur of vier waren we weer terug bij het beginpunt. Ik was wel behoorlijk uitgeput. Het meest van allemaal zoals verwacht, maar het was wel de moeite waard. Een grote groep apen gezien, een paar losse exemplaren en een viertal watervallen. Of het de $50 waard was, was een beetje
de vraag. Zoveel apies en andere beestjes hebben we nou ook weer niet gezien. Hoe dan ook, ik heb het naar m’n zin gehad, hoewel we allemaal wel wat meer tijd hadden willen nemen als we geweten hadden dat we zo snel liepen.
Related Images:
Beste allemaal,
Het is al een tijd rustig qua verhalen, maar wees gerust, ze komen er aan. Omdat Niels en Erin op bezoek zijn (dit weekend zit hun drie weken durend Rwanda-avontuur er op) komt er van schrijven niet veel.
Gisteren hebben Niels en ik een motor gehuurd (hij heeft een passend rijbewijs) en zijn we naar het museum voor moderne kunst in Nyanza gegaan. Het museum is gevestigd in het paleis dat de laatste koning van Rwanda in jaren 50 heeft laten bouwen. Hij heeft de voltooiing alleen niet meer meegemaakt. Ik ben geen echte kunstkenner of -liefhebber, maar de werken daar zijn echt de moeite waard. Van een aantal houten beelden had ik zelfs het idee dat ik ze wel in huis zou wilen hebben. Maar ja, je weet hoe dat gaat met kunst… Vreselijk duur (niet dat ze daar wat verkochten, maar het feit dat het in een nationaal museum staat zegt genoeg).
Aan het eind van de middag ook nog zelf een stukje gereden op de weg Butare-Burundi, want daar is het lekker rustig. Ging prima, maar je kunt het natuurlijk pas goed als je verkeer om je heen hebt enzo. Rechtdoorrijden op een asfaltweg kan iedereen :-). Maar wel ontzettend leuk om te doen!
Tot gauw!
Related Images:
Dit weekend ben ik weer naar Kigali geweest. Vrijdagmiddag zijn Niels en z’n vriendin Erin aangekomen. Zij doet een promotieonderzoek op het vlak van Afrikaanse vredesmissies en maakt mooi van de gelegenheid gebruik om hier wat veldwerk te doen. Ik zou zaterdag naar ze toe komen en t/m zondag blijven. Dus maar eens gebeld met mensen in Kigali waar ik altijd terecht kon als ik eens in de buurt was. Nou, dat kwam neer op een typisch gevalletje “You can have my cottage in Mombasa” (*).
Dus Niels maar gebeld om een kamer in hun hotelletje te reserveren. Bleek een fantastisch idee. Ze sliepen in de Auberge du Beau Sejour. Een eindje buiten het centrum, maar schitterend gelegen, en met de taxi-moto ben je er zo (jammer dat ze hier geen Nederlands spreken, zou mooie slagzin zijn). De kamers waren verdeeld over verschillende huizen, met gedeelde badkamer en verbonden via een heerlijke tuin. We hadden een huis voor ons drietjes en voor het eerst heb ik lekker op de veranda zitten lezen. Kigali is een stuk warmer dan Butare (wat hoger ligt), maar ook omdat er hier wel fatsoenlijke stoelen zijn. Thuis staat er een soort van houten keukenstoel en dat is ‘t. Hier stonden stoelen die ik me kan herinneren van ons huis in Butare: met een zit- en een rugkussen waarvan je niet weet of het rugkussen op het zitkussen moet of dat het rugkussen op de bodem moet rusten met het zitkussen ervoor.
Lekker in de buurt gegeten. De eerste (herkenbare) kip in Rwanda. Met aardappelen en (kook-) bananen. Een variant op de ‘akabenze’ die ik donderdag met Claudio, Corrie, John (archeoloog, bijna klaar met z’n promotie) en Maurice (Rwandees die met John samenwerkt) in hartje Butare had gegeten. Ook hier de aardappelen en bananen, maar dan met varkensvlees. Alles besteld per kilo (!) en geserveerd op een grote schaal met een paar vorken. En dan lekker graaien :-). De naam ‘akabenze’ schijnt te komen van het feit dat men een varkenssnuit op een Mercedes-Benz-ster vindt lijken :-). Terwijl we zaten te eten kwamen er wat locals binnenlopen en we hoorden dat er iets over de Mzungu’s werd gezegd. Maurice was zo vriendelijk om te vertalen: “Als zelfs de witneuzen hier akabenze eten, dan moet het wel goed zijn”. En dat was het dus ook!
Na lekker met Niels en Erin te hebben bijgekletst tijdens het eten en op ‘hun’ veranda, toch maar op tijd gaan slapen. Zij hadden nog een jetlag en ik was nogal brak want vrijdagavond waren Claudio, Corrie, John en ik nog uitgeweest in de Melo Twist, de dancing bij hotel Faucon. Een belevenis op zich, maar wel wat veel bier. Zeker voor mijn doen. En rap/hiphop is niet helemaal mijn muziek, dus om een uur of twee had ik het wel gezien. Lekker gaan pitten, ben ik vergeten m’n telefoon uit te zetten. Belt om bloody 8:00 die zuster (van de nonnen-soort) op die ik de vorige keer op de weg terug van Kigali in de bus had leren kennen. Of ik zin had om zondagmiddag langs te komen. Dan kon ik ook meteen kennis maken met een vriendin van haar die hier arts is. Daar zat ik echt op te wachten op zaterdagochtend vroeg… Maar goed, wel aardig dat ze me belde, maar ik zou in Kigali zijn, dus dat ging niet.
Dan maar weer slapen. Proberen. Tot een uur of tien, toen stak een Japans meisje haar kop om de deur met de vraag of ik haar het huis uit kon laten, want ze had geen sleutels. De Koreaan die bij ons in huis woont had haar vrijdagavond uitgenodigd voor een hapje en blijkbaar was ze blijven slapen, want ze kwam uit Kigali. Maar die kluns was dus wel vertrokken op zaterdagochtend. De boy zit dan in de kerk, dus kon ik m’n bed uit om haar vrij te laten.
Kortom, m’n zaterdag begon wat minder, maar eindigde wel heel goed met Niels en Erin. Ze hadden stroopwafels, bitterkoekjes, drop en tijdschriften meegebracht. Allemaal zeer waardevol! En Erin blijkt een leuke meid te zijn met veel Afrika-ervaringen, Uganda, Kenia, Tanzania, Nigeria en Zuid-Afrika zijn al haar revue gepasseerd. Rwanda kende ze nog niet en het valt haar 100% mee. Een aantal zaken die mij ook al opvielen (vergeleken met Kenia dan): De mensen zijn terugetrokken, wel zo prettig als je als blanke rustig wil rondlopen. Veilig. Schoon. Groen!
Als klap op de vuurpijl hebben ze besloten om, in plaatgs van Kigali, Butare hun thuisbasis te maken voor de drie weken dat ze hier zijn :-). Gezellig! En dus zijn ze gezellig meegegaan met de bus terug en hebben we zondagmiddag een hotelletje net buiten het centrum voor ze gevonden, aan mijn kant van Butare. Ziet er prima uit, met terrasje, snackbarretje en nette kamers.
Maandag tussen de middag gaan we met z’n drieen naar de markt. Daar ben ik tenslotte ook nog niet geweest en Erin wilde graag iets Afrikaans op tafel zetten. Ben benieuwd!
(*) Als ik me goed herinner gaat het verhaal als volgt, maar papa en mama zijn de daadwerkelijke autoriteit op dit vlak. Toen we begin de jaren ’80 in Afrika woonden was er een pakistaan die als dank voor geleende flessen whisky altijd het gebruik van z’n huis in Mombasa (Kenia) aanbood: “You can have my cottage in Mombasa” (denk hierbij ook aan het juiste accent). Als het puntje bij paaltje kwam en je wilde er gebruik van maken, was ‘ie altijd net bezet door een neef, zus, vriend of welk ander schepsel dan ook. We zijn er nooit achtergekomen of het hutje daarwerkelijk bestond…
[Edit: tekst enigszins aangepast n.a.v. de correcties van de oude muzungu. Dankjewel!]