Gisteren was mijn eerste werkdag. Ik zou om 7:30 opgehaald worden door Englebert van Huisvesting, maar dat ging eindelijk wel op z’n Afrikaans: Na twee keer bellen stond er om 8:30 een auto voor de deur, maar wel met een ander als chauffeur :-). En zo ging ik dus weer naar de campus, dit maal om Corrie te ontmoeten, die Canadees blijkt te zijn. Ik kreeg meteen weer een klein voorstelrondje van de afdeling Planning, waar ik wellicht ook nog wat mee te maken krijg… We zullen zien, ik weet nog van niks.
Daarna door naar prof. Masanja, de directeur van de Research Commission, ofwel de dame waarvoor ik meestentijds ga werken. Zij bleek echter op een ander deel van de uni te werken, het oude Rector’s House, dat net tussen de campus en het centurm ligt. Dus werd er weer een chauffeur gezocht die mij daar af kon zetten, en zo kwam ik dan eindelijk op mijn werkplek terecht. Een oud gebouw waar vroeger dus het kantoor van de rector zat. Sinds een tijdje is hij naar de hoofdcampus verhuisd en is de Research Commission hier ingestopt. Samen met nog wat andere zaken, dus echt veel ruimte is er niet. Maar dat geldt voor de hele uni, want het aantal studenten groeit harder dan ze bij kunnen bouwen. Anyway, prof. Masanja bleek een aardige vrouw en we waren het al snel eens over mijn eerste opdracht: ik ga de resultaten van een enquete onder alle wetenschappelijke staf in een database met website gieten. In die enquete is gevraagd wat de onderzoekers de laatste drie jaar zoal gedaan hebben qua onderzoek en publicaties. Zoals ik het nu zie komt het eigenlijk neer op een grote uitvoering van de database zoals ik die in Utrecht zeven jaar geleden ook gemaakt heb voor de AOUD groep. Eerst de boel maar eens inventariseren…
Aan een bureau voor mij was ook gedacht, maar niet op de kamer van Masanja, want daar vinden allerlei vergaderingen plaats (hoewel er wel plek genoeg is). Ik zit nu in de andere kamer van de commissie, met op de deur “Le secrétariat du commission de recherche”, het secretariaat dus. In deze kamer bevindt zich het hart van de commissie, volgens mij. Vooralsnog zitten hier twee mensen te werken: een Cyprien, een Congolees van eind vijftig, die het hart vormt van de commissie. Hij loopt hier al heel lang rond. En Alice, de office assistant. Een derde persoon is blijkbaar nog op vakantie. Al deze mensen zorgen voor het afhandelen en beoordelen van onderzoeksvoorstellen, verwerken van de onderzoeksrapportages en -evaluaties etc. en het publiceren van wetenschappelijke resultaten in het tijdschrift van de uni, de “Études Rwandaises”. In de volle kamer heb ik een klein tafeltje gekregen voor mijn werk. Door de recente interne vehuizingen is er helaas niet meer ruimte beschikbaar. En maar goed dat ik mijn eigen laptop mee heb genomen, want een computer was nog niet voor mij gevonden :-).
‘s Middags kwam er een man langs (zoals hier de hele dag gebeurd), maar deze keer kwam ‘ie voor mij, het bleek prof. Safari, hoofd van natuurkunde te zijn. Een aardige, vrolijke man. Hij vertelde me dat mijn college ingepland staat voor twee middagen van twee uur per week. Tot eind mei. Een bhoorlijke brok werk dus. Maar goed, ik begreep van hem dat ik rustig moest beginnen. Of dat voor mijn gezondheid was of voor die van de studenten weet ik niet… Zo te zien krijgen ze tegelijkertijd namelijk ook quantum mechanica, wat eigenlijk voorkennis moet zijn voor mijn vak. We gaan het meemaken!
‘s Avonds lekker spaghetti gekookt. Israel, de boy, had netjes de boodschappen gedaan die ik hem gevraagd had. En aangezien ik een koelkast heb, heb ik meteen voor twee dagen gekookt.
Hey Broer,
Leuk, zo’n verhaal in delen! 🙂 Klinkt allemaal goed! Veel plezier vanavond bij de ambassade!
Liefs,
Zusje