Jullie hadden nog wat van me tegoed: het laatste deel van mijn heldenepos over de avonturen in centraal Afrika.
Na ons gorilla-avontuur op de flanken van de vulkanen zijn we naar Kigali gereisd om daar een dagje bij te komen van het inspannende avontuur. En zo vertrokken we, een dag later dan gepland, op vrijdag 3 augustus vertrokken naar Uganda. Met de VIP bus. Een dikke acht uur over een soms goede, maar regelmatig slechte weg richting Kampala. Na ruim een uurtje kwamen we aan bij de Rwandese-Ugandese grens. Een verademing want twee uur in de rij staan. Dat was lekker, want m’n benen konden eindelijk weer even gestrekt worden, en je had even rust aan je kop. Want in VIP bussen hebben ze video. Met fantastische Ugandese rap, of erger nog, gospels… Kortom, hel. Zelfs m’n oordopjes konden het geluid niet onderdrukken, daarvoor houden ze teveel van oehoerend hard.
Enfin, de aankomst in Kampala was fantastisch. Wat een heerlijke grote stad was dat na Butare en Kigali. Een verademing. Behalve letterlijk dan, want dan valt je ook op dat het verkeer in Kigali niet eens zo heel erg verstopt zit. En dat het anti-plastic-zakken-beleid en het maandelijkse verplichte gemeenschapswerk (iedereen moet z’n straat schoonmaken of ander werk doen voor de gemeenschap) in Rwanda z’n vruchten afwerpt. Maar toch, het was heerlijk om de veelheid aan hoge gebouwen en winkels te aanschouwen. Een mens mist de consumptiemaatschappij soms best :-).
Na wat omzwervingen kwamen we uiteindelijk bij een hostel uit dat nog wel plek had en ik vond het prima. Even zitten en bijkomen. En het had wat weg van een camping met een wat groot uitgevallen kantine, dus voor mij perfect voor het vakantiegevoel.
Zaterdag hebben we uitgerust en lekker gegeten bij een Italiaan. En zondag kwam de klapper. Raften op de Nijl bij het plaatsje Jinja, waar de Nijl uit het Victoriameer stroomt. Wat een heerlijke dag! Lekker veel stroomversnellingen en fantastisch weer. Adrift had het perfect geregeld. We werden opgehaald en weer thuisgebracht en na afloop was er een BBQtje met wat bier om weer op krachten te komen.
De drie dagen daarop hadden we een safari geboekt naar Murchison Falls National Park. Met een busje, een jeep, twee chauffeurs, vier Britten van mijn leeftijd en een gezin van zes Nederlanders (ja, die zijn er meer) gingen we op pad. Ditmaal over de beste weg die ik in heel Afrika gezien heb. Lang, recht, en onlangs geasfalteerd. Een genot!
Het middagprogramma bestond uit een tochtje naar de Murchison Falls, alwaar de Nijl zich door een zes meter brede kloof wringt. Erg spectaculair! En toen naar het basiskamp. Met bar! En ‘s avonds werd er lekker voor ons gekookt waarna we moe in ons tentje (!) kropen, maar niet voordat we even naar de wrattenzwijnen hadden gekeken die gezellig het terrein op waren gewandeld op zoek naar restjes.
De volgende ochtend vroeg op voor een game drive. Leuke beestjes gezien! Olifanten, giraffen, apen, hertjes in allerlei soorten en maten en zelfs twee leeuwinnen op jacht. Alleen geen zebra’s niet, die hadden ze niet. Na een lekker lunch zijn we weer vertrokken, ditmaal voor een cruise op de Nijl. Langs hippo’s en krokodillen op naar Murchison Falls, maar nu dan van onderaf gezien. Nou ja, onderaf, je blijft er toch nog een behoorlijk stuk vandaan. Ik vermoed dat ons bootje niet zo tegen de stroming was opgewassen en wellicht wilden ze ook niet het risico lopen op een botsing met rotsen. Of erachter komen dat keren in de kloof wat moeilijk is.
Woensdag, de laatste dag van de safari, begon weer met een heerlijk ontbijt waarna we naar het begin van het park reden, waar een bos is met chimpansees. Ons gorilla-avontuur indachtig waren we ietwat huiverig, maar de bergen waren lang niet zo hoog. Eigenlijk gewoon heuveltjes, dus dat viel goed mee. Wel weer een wandeling van een uur of drie, dus we waren desalniettemin blij om het weer gered te hebben. Na een wederom goede lunch (onze chauffeuse was een fantastische kokin!) vertrokken we weer richting Kampala. Daar alles klaar gemaakt voor de terugreis naar Kigali. Weer met de bus, weer klereherrie (maar beter dan de heenweg, geen gospel maar Nigeriaanse soaps). Donderdagavond kwamen we moe maar erg voldaan weer in Kigali aan.
Vrijdag de 10e zijn we, na wat boodschappen te hebben gedaan bij La Galette, weer met de Volcano bus naar Butare gereden. Een heerlijke thuiskomst. De Texaan en de Pakistaan hadden de boel nog redelijk op orde, hoewel ze me wel gemist hadden :-). En de Koreaan? Wat hij ervan vond weet niemand.
De volgende dag had ik m’n afscheidsfeestje gepland, maar eerst moesten we ‘s ochtends nog even naar de bruiloft van Alice, een collega van mij bij de Research Commissie. We hadden ervoor gekozen om naar de bruidsschatceremonie te gaan omdat dat toch wel heel anders is dan bij ons. De twee families zitten tegenover elkaar en er wordt breed uitgemeten hoe goed de familie van de bruid wel is en dat de vader van de bruidegom dus over de brug moet komen. Er gaan wat flessen whisky richting de vader van de bruid en er wordt veel gelachen. Even later mogen ook andere mannen van de families zich ermee bemoeien en worden er wat oude koeien uit de sloot gehaald over hoe leden van de ene familie leden uit de andere al dan niet onjuist hebben bejegend. Maar alles onder het genot van Fanta en veel gelach. Uiteindelijk komt er zelfs even een echte koe om de hoek kijken en wordt er een traditionele dans uitgevoerd. De ‘herders’ komen nog een verhaal vertellen (of zoiets) en dan komt eindelijk de bruid naar buiten. En dan is er champagne! Voor het bruidspaar, welteverstaan.
Daarna zijn we weggegaan, het liep al tegen de middag en er moest nog ingekocht worden voor het feest. Uiteindelijk hadden we mooi alles op tijd klaar en kwamen de eerste mensen binnendruppelen. Helaas was, geheel in Rwandese stijl, de kok van Chez Gicongoro nog niet aan het maken van de brochettes toegekomen, toen mijn huisgenoten daar aankwamen om ze op te halen. Dus dat duurde wat langer, maar het mocht de pret niet drukken, het werd toch nog een gezellige avond!
De week die daarop volgde stond in het teken van achter m’n laatste geld aanzitten, nog wat bespreken en een borrel met het hoofd van Natuurkunden en een etentje bij m’n baas van de research commission. En Lean mocht mooi ‘de vrouw van’ spelen :-). Uiteindelijk is het niet gelukt om m’n cheque op tijd te krijgen, maar gelukkig vloog de Texaan toch via Amsterdam, dus met een handgeschreven machtiging van mij is het hem een maandje later toch gelukt om de dollars te cashen. Toppie!
En zo kwam er op donderdag 17 juli dan toch een einde aan een avontuurlijk half jaar. Ik ben ontzettend blij dat ik het gedaan heb. Ik heb het, ondanks sommige dipjes, vreselijk naar m’n zin gehad. En wie weet ga ik volgend jaar nog wel even terug voor een maandje. Dat aanbod heb ik in elk geval op zak!
Bedankt voor al jullie steun en reacties!
Len.