De afgelopen week was een bijzondere week, maar vooral ook een rustige week. Van afgelopen dinsdag tot en met vandaag is het namelijk de week van de herdenking van de genocide van 1994. Concreet betekent dat dat er elke dag alleen ‘s ochtends gewerkt wordt. Elke middag zijn er bijeenkomsten, en op de uni was er voor iedere faculteit/ieder onderdeel een avond/nacht waarop ze bijeenkwamen voor een wake.
Ik heb zelf de week gebruikt om lekker uit te rusten, de plechtigheden zijn immers toch in Kinyarwanda. Ik had allerlei grootse plannen om werk voor te bereiden, maar uiteindelijk won de mogelijkheid om lekker een boek te lezen, een computerspelletje te spelen of de tijd anderszins ledig door te brengen. Heerlijk!
Claudio en enkele andere bekenden waren het weekend voor de herdenkingsweek al vertrokken naar Lake Bunyoni in Zuid-Uganda. Het schijnt daar vreselijk mooi te zijn en ik had graag meegegaan, maar ja, zolang mijn paspoort nog niet terug is met het Rwandese visum… Ja, dat is nog steeds niet rond *zucht*. Halverwege de week voor de genocide kreeg ik te horen dat de immigratiedienst niet akkoord was met de papieren die ik ingestuurd had, omdat er geen contract bij zat. Een uitnodigingsbrief was niet voldoende. Gelukkig kon ik de volgende dag al naar de directeur PZ om een contract op te stellen. Dat betrof dan mijn werk bij de Research Commission, want voor fysica is men al een tijdje met een ander traject bezig, maar daarover later meer.
Maar goed, ‘s ochtends dus naar de directeur PZ om e.e.a. uit te leggen. Heb ‘m meteen naar m’n salarisbetalingen gevraagd en volgens hem was het volkomen logisch dat ik nog niks ontvangen had. Zonder contract bestond ik immers niet. In zijn systeem dan. En dat terwijl ik dus twee weken daarvoor een brief van de directeur financien bij zijn assistent had afgeleverd, waarin stond dat ik nu eindelijk eens betaald moest worden conform mijn uitnodigingsbrief (die natuurlijk was bijgevoegd). Maar goed, ‘s middags kon ik m’n contract al tekenen. Daarna moest het nog naar de rector voor ondertekening en dat heeft weer even geduurd (ook vanwege de halve werkdagen). Uiteindelijk is het contract afgelopen donderdag ondertekend en is het (als het goed is) vrijdag verzonden naar Kigali. Hopelijk komt de boel dus deze week rond bij de immigratiedienst.
Wat betreft mijn contract bij natuurkunde, dat gaat langzaam vooruit. Begin vorige week kreeg ik het document in handen, maar toen ik het doorlas was ik niet helemaal zeker van het uurbedrag dat er in stond. Thuis nog eens rustig nagerekend en het blijkt slechts ongeveer de helft te zijn van hetgeen mij toegezegd was (weliswaar per e-mail en niet voorzien van stempel natuurlijk). Maar goed, na wat informeren in het informele circuit (wat het heel goed doet in deze week van herdenkingen, alle muzungu’s zoeken elkaar op voor wat gezelligheid en tijdverdrijf) blijkt dat men het inderdaad erg laag vind. Deze week dus maar weer eens naar de burelen op de campus om het juiste bedrag uit te vinden. Zou ik dan toch nog betaald gaan krijgen voordat ik vertrek? Ik mag het hopen!
Van de dieptepunten weer even naar een hoogtepunt :-). Twee weken geleden, de zondag na de afsluiting van de studentenexpo op de campus, ben ik lekker gaan zwemmen bij het Credohotel. Een verademing na de hete dagen op het campusterrein. Daar ontmoette ik een groep meiden uit de VS die aan het zwembadvolleyballen waren en heb lekker een potje meegespeeld. Ze werken voor het Peace Corps en bleken ook sinds januari in Brutare te zijn ‘gelegerd’. Het Peace Corps bestaat uit vrijwilligers, en is vergelijkbaar met VSO. Ze gaan voor een contract
van twee jaar naar een ontwikkelingsland om daar in de kleine gemeenschappen nuttig werk te doen. Deze meiden waren bijna klaar met hun basic training, inclusief een cursus Kinyarwanda. Jammergenoeg vertrekken ze dus morgen ieder naar hun eigen stekkie ergens in Rwanda. De afgelopen twee weken hadden we regelmatig contact (zeker omdat ik toch maar alleen thuis was (de Koreaan was er soms ook, maar daar heb je weinig gezelligheid van)). Zo heb ik ze uitgenodigd om bij ons thuis lasagne te komen eten. Ze wonen namelijk in een convent hier
in Butare en da’s niet de meest luxueuse plek in ‘t dorp. Elke dag lokaal voer, slapen in kleine kamertjes met weinig luxe en/of privacy. Na enkele dagen uitstel was het donderdagavond dan zover. De vijf dames die ik het beste kende kwamen af (zo, da’s effe een Vlaamsisme… Wist niet dat ik dat nog in me had :-)). Gelukkig maar vijf, want ze zijn in het totaal met 34 vrijwilligers :-). We hebben een heel gezellige avond gehad, heerlijk gegeten, gedronken en
gelachen. En voor hun begrippen een berg luxe, zoals een fornuis en een koelkast. Ineens ga je je eigen stekkie stukken meer waarderen!
Als tegenprestatie hebben ze gisteren de paasbrunch verzorgd. Natuurlijk wel weer bij ons thuis, maar dat vonden Claudio en ik geen enkel probleem (en de Koreaan was toch het hele weekend weg zoals gewoonlijk)! Lekkere pannekoeken, ommelet, sangria en fruitsalade. Een heerlijke paaszondag, met als voordeel dat ik nu een aantal adressen verspreid over Rwanda heb waar ik langs kan gaan. Zoals bijvoorbeeld een uitnodiging voor een 4th of
July-barbeque in Kibuye!
Nu staat de werkweek weer voor de deur. Vandaag maar eens wat college voorbereiden. Nog twee weken voor het einde van het semester en de komst van paps, mams en de meiden!
Leave a Reply